Een nieuwe puppy

Vaccinaties voor mijn puppy

De vaccinaties van een pup dienen te gebeuren op:

7 weken: de eerste puppyvaccinatie (hondenziekte en parvo)
9 weken: de eerste defnitieve vaccinatie (hondenziekte, besmettelijke leverziekte, parvo en rattenziekte). Er kan gekozen worden om de pup ook te vaccineren voor Kennelhoest. Zeker wanneer de pup naar de hondenschool zal gaan, wordt dit aangeraden (en is dit vaak zelfs verplicht).
12 weken: nu krijgt de pup zijn laatste definitieve spuitje. (hondenziekte, besmettelijke leverziekte, parvo en rattenziekte). Indien U van plan bent om met de hond te reizen, dan kan op dit moment ook het vaccin tegen hondsdolheid (rabies) gegeven worden. Vanaf 15 weken kan de hond dan mee op reis.

Vervolgens dient de hond jaarlijks op controle te komen voor een algemene gezondheids check up en krijgt hij jaarlijks een herhaling van zijn spuitjes.

Ontworming

De ontworming van de pup is in het begin vrij intensief, aangezien een pup ook heel gevoelig is voor worminfecties.

De pup dient best onwormd op:

8 – 10 – 12 weken leeftijd. Dus elke 2 weken
4 – 5 – 6 maanden leeftijd. Dus elke maand.

Vanaf dan volstaat het de hond 4 keer per jaar te ontwormen of indien nodig frequenter.
Meestal raad ik ook aan van gedurende deze eerste periode de pup regelmatig te komen wegen, zodat steeds de juiste dosis van ontworming wordt gebruikt.

Voeding

Een kwalitatieve voeding (Hills, Eukanuba, Bento Kronen, Royal Canin,…) wordt aangeraden, omdat dit de ontwikkeling van beenderen en gewrichten ten goede komt. Ook de weerstand van de pup wordt zo beter ondersteund en het zorgt tevens voor een gezonde glanzende vacht. Het zijn vooral de vitaminen en mineralen die volledig uitgebalanceerd zijn in deze voeding die bijdragen tot een goede gezondheid. Waar kan ik deze voeding verkrijgen? Bij je dierenarts, alsook in de dierenspeciaalzaak of via internet.

Castratie

Voordelen castratie

Geen goedaardige prostaatproblemen, wel evenveel kans op prostaattumoren als een intacte reu.
Oplossen of voorkomen van problemen, tumoren en ziektes
Verhelpen bepaalde gedragsproblemen.

Nadelen castratie

Veranderingen van de vacht, langharige dieren krijgen vaak meer krulletjes.
Neiging om toe te nemen in gewicht.
Niet alle gedragsproblemen worden opgelost na castratie

Wij raden wel sterk aan om bij de volgende aandoeningen uw reu te laten castreren omdat al deze problemen hiermee goed verholpen kunnen worden:

Testistumor
Torsie van de zaadstreng
Prostaatproblemen. Alleen bij een kwaadaardige tumor van de prostaat heeft castreren geen zin
Goedaardige gezwellen die zich rond de anus bevinden
Voorhuidontsteking

Wij sommen even de gedragsproblemen voor u op die eventueel verholpen kunnen worden met castreren:

Agressie (vooral tegenover andere reuen)
Weglopen (vooral als er loopse teven aanwezig zijn)
Territorium markeren
Veel blaffen
Bespringen/berijden van mensen, dieren en objecten

Sterilisatie

Voor een teefje wordt aangeraden haar voor de eerste loopsheid te laten steriliseren.

Voordelen sterilisatie

Tot 200 keer minder kans op het ontwikkelen van borstkanker. Na de eerste loopsheid is dit beschermend effect al veel minder en vanaf 2,5 jaar is het risico op het ontwikkelen gelijk.
Geen kans op baarmoederontsteking. Vaak ontwikkelen teven op latere leeftijd een baarmoederontsteking. De behandeling bestaat uit het wegnemen van de baarmoeder, maar gezien de hond nu ziek is, is het risico van de anesthesie groter.
Over het algemeen wordt de teef iets rustiger na sterilisatie, maar hier is geen garantie voor.
Geen loopsheid of schijndracht meer mogelijk.

Nadelen sterilisatie

Een gesteriliseerd dier heeft gemakkelijk de neiging om iets te veel bij te komen in gewicht.
De vachtstructuur kan veranderen, dit is echter niet altijd het geval.
Uitzonderlijk kan er ook incontinentie optreden.